Statenvertaling
Gij zegt (doch het is een woord der lippen): Er is raad en macht tot den oorlog; op wien vertrouwt gij nu, dat gij tegen mij rebelleert?
Herziene Statenvertaling*
U zegt (maar het is lippentaal): Er is beraad en gevechtskracht voor de oorlog. Op wie stelt u nu uw vertrouwen, dat u tegen mij in opstand komt?
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Gij meent zeker, dat louter lippentaal voor beleid en kracht tot strijden kan doorgaan. Op wie vertrouwt gij toch, dat gij tegen mij in opstand komt?
King James Version + Strongnumbers
Thou sayest, H559 (but H389 they are but vain H8193 words,) H1697 I have counsel H6098 and strength H1369 for the war. H4421 Now H6258 on H5921 whom H4310 dost thou trust, H982 that H3588 thou rebellest H4775 against me?
Updated King James Version
You say, (but they are but vain words,) I have counsel and strength for the war. Now on whom do you trust, that you rebel against me?
Gerelateerde verzen
Spreuken 21:30 - Spreuken 21:31